Search Results
69 items gevonden voor ""
- De Senaat: megafoon van de burgerstem?
Agora.Brussels vraagt de omvorming van de senaat in burgerassemblee Koken kost geld. Dat is ook zo in democratie. Maar niet koken is een pak erger - een gebrek aan democratie kost nog veel meer. Terwijl in achterkamers onze verschillende begrotingen besproken worden, zijn voorstellen tot besparing legio. Als de N-VA daarbij denkt aan het afschaffen van de senaat als besparingsmaatregel, moeten we echter waakzaam zijn. Agora.Brussels stelt voor om deze instelling om te vormen tot een plek voor dialoog, in plaats van er een kortetermijn besparing op te doen. Het idee is niet nieuw: al lang pleiten enkelingen voor het verdwijnen van de Belgische Senaat. Karl Vanlouwe (N-VA) liet onlangs het ballonnetje opnieuw op door te zeggen dat de senaat een archaïsche instelling is die veel te duur is - ze kost zo’n 39 miljoen euro per jaar. Wat gebeurt er? “Bijna niets!”, aldus Vanlouwe. In diezelfde lijn trekken enkele Brusselse parlementsleden de ‘return on investment’ op de overlegcommissies in twijfel. Daarbij nemen 45 uitgelote burgers deel aan commissiewerkzaamheden. Het Brussels parlement kreeg er nochtans de prijs voor het internationaal observatorium van de participatieve democratie voor. Voor Agora.Brussels kan je de gezondheid van een democratie meten aan de ruimte die er is om te discussiëren voor de mensen die politieke beslissingen moeten ondergaan. Zo’n ruimtes komen voort uit een institutionele context én een vraag uit het middenveld. Ze bieden alle plek aan diversiteit en constructieve dialoog. Uiteraard steunt Agora dan ook het idee van Ecolo om de senaat om te vormen in een assemblee van uitgelote burgers, eerder dan ze af te schaffen. Zo brengen we deze 19e eeuwse instelling in de 21e eeuw binnen. En creëren we een ruimte waarin de inwoners van ons land - eerste betrokkenen van de politieke beslissingen - een stem krijgen. Deze hernieuwde senaat kan dan met een diverse samenstelling zorgen voor breed gedragen aanbevelingen, gebaseerd op informatie en overleg. In het hart van de politieke beslissingsname op federaal niveau kan de zo’n vernieuwde senaat bovendien snel reageren op de meest relevante politieke realiteiten. De discussies zouden er verankerd zijn in het dagelijks leven en de terreinkennis van gewone burgers, en niet in de belangen van politieke partijen. Veel politici zouden bang zijn om zo’n senaat te organiseren, en burgers de kans te geven om in overleg te gaan. Ze willen hun macht liever niet afgeven. Vandaag zien we echter de nood tot meer verbinding met de bevolking, elke dag meer. Of het nu gaat over ons energiegebruik of -productie, de manier waarop we wonen of werken: de politiek heeft de antwoorden niet. En de burgers reageren. Duizenden mensen komen op straat. Voor het klimaat, voor koopkracht, voor werk. Ze zetten zich vrijwillig in voor verenigingen waar ze in geloven, doneren aan goede doelen of zorgen voor anderen. Crisissen brengen soms het beste in ons naar boven: de hulp was enorm bij de overstromingen, het begin van de coronacrisis of Cap48. Dat burgers niet betrokken zouden zijn bij politiek, is dus duidelijk onzin. De betrokkenheid is daar, laat ons ze valoriseren en politici en burgers samen beleid laten maken. Dat wordt al te vaak gemaakt buiten de parlementen en door ministers in nachtelijk overleg. Vorm de senaat om tot burgerassemblee, breng de besluitvorming daar binnen en maak zo terug werk van onze democratie. Verder verdiepen? 'Le Sénat et ses réformes successives' door Caroline Sägesser en Cédric Istasse in het CRISP weekblad (Centre de recherche et d'information socio-politiques) 2014/14-15 (N° 2219-2220), pagina 5 tot 115.
- Thema precariteit: opvolging
De Brusselse Burgerassemblee schreef in haar resolutie huisvesting een reeks aanbevelingen over mensen in precaire situaties. Op deze pagina vindt u het parlementair werk dat Agora.Brussels uitvoerde om gevolg te geven aan deze aanbevelingen. Voorbereidend werk We stelden een schriftelijke vraag over de controle van toegang tot sociale huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om input te geven aan de werken van de assemblisten. Zij wouden weten hoe de toegangsvoorwaarden voor sociale huisvesting gecontroleerd werden. We stelden ook een schriftelijke vraag over de sociale gemengdheid in publieke woningprojecten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De staatssecretaris verwees in haar antwoord vooral naar de plannen zoals die in de Gewestelijke Beleidsverklaring zijn opgenomen. Ten slotte vroegen we aan de staatssecretaris bevoegd voor huisvesting hoe het zit met de controle op de bewoonbaarheid van de Brusselse woningen. Ook deze antwoorden werden door de Brusselse Burgerassemblee mee opgenomen in de werken van de Assemblee. Opvolging van de aanbevelingen De Brusselse Burgerassemblee vraagt om een gemengdheid van woonvormen (sociale en privé woningen) te voorzien in de stedenbouwkundige ontwikkelingen. Op 15 maart 2021 kon Agora deze vraag stellen in de commissie. Het verslag is eveneens beschikbaar. In de plenaire vergadering van 19 maart 2021 vroegen we de minister-president wat hij zou doen aan het groeiende aantal straatbewoners zonder dak boven hun hoofd, naar aanleiding van de meest recente cijfers die door Bruss'help gepubliceerd werden. De Burgerassemblee vraagt specifiek naar het ondersteunen van Housing First initiatieven. Om die initiatieven te kunnen steunen, moeten ze natuurlijk ook een woning toegekend krijgen. Daarom ondervroegen we de staatssecretaris over de toekenning van die woningen. Zie het verslag van de commissievergadering Over diezelfde Housing First initiatieven vroegen we ook aan ministers Maron en Van den Brandt wat hun visie is op de groei van de sector en hoe ze de initiatieven ondersteunen. Het antwoord verwachten we binnenkort. De regering wil snellere stedenbouwkundige vergunningen verlenen voor stedenbouwkundige projecten die minstens 25% sociale woningen bevatten. De Burgerassemblee wil ook deze gemengdheid van sociale woningen en privéwoningen bevorderen. We dienden dan ook twee amendementen die ervoor zouden zorgen dezelfde regel ook toegepast wordt op renovaties waardoor sociale woningen worden gecreëerd, en dat het een permanente maatregel zou worden. Deze amendementen verdedigden we tijdens de plenaire vergadering op 15-01-2021, maar het amendement werd weggestemd. Desondanks steunden we het initiatief van de regering omdat het de richting van de burgerresolutie uitgaat. Tussenkomst in debatten We kwamen ook tussen in een heleboel debatten die Agora zelf niet intitieerde, maar waar we wel hamerden op de mening van de Burgerassemblee: De renovatie van de sociale woningen op de Papenvest, in de commissie huisvesting Een discussie over de huurtoelage in de commissie huisvesting Een vraag om uitleg over de centralisatie van de inschrijving van sociale woningen en woningen met sociaal oogmerk in de commissie huisvesting De stand van zaken van de sociale verhuurkantoren in de commissie huisvesting Het debat over het tekort aan grote woningen in de sociale woningmaatschappijen, in de commissie huisvesting.
- Video: alles over de tweede, 'reactieve', cyclus van de Assemblée.
Nu zaterdag 29 mei komen de assemblisten weer samen om hun bijdragen aan de teksten te finaliseren. Na de vorige zitting legden Hannah en Michael het proces van de assemblee nog eens precies uit.
- Energie en klimaat op de agenda van de Brusselse burgerassemblee
De vierde Burgerassemblee van Agora.Brussels gaat over energie en klimaat. Op zaterdag 17 september komen 50 willekeurig gekozen burgers bijeen om tot het einde van het jaar milieukwesties te bespreken. Het onderwerp werd gekozen door de deelnemers aan de vorige burgerassemblees an Agora.Brussels. Hajar nam in 2021 deel aan de Brusselse Burgerassemblee en stemde voor dit onderwerp omdat "we een ongekende ecologische crisis beleven met belangrijke sociaaleconomische kwesties die centraal staan in alle debatten, we hebben maar één planeet en daar moeten we voor zorgen." "Het is belangrijk om de keuze van de onderwerpen aan de burgers over te laten, omdat het kiezen van een onderwerp op zich al een politiek gebaar is. Het geeft richting aan wat belangrijk is om te verbeteren in onze samenleving", zegt een woordvoerder van Agora.Brussels. Nieuw in deze vergadering is de aanwezigheid van jongeren tussen 16 en 18 jaar. De leden van Agora.brussels hebben ervoor gekozen om jongeren vanaf 16 jaar op te nemen, zoals gevraagd door het Belgisch Jeugdforum. Agora.brussels organiseert sinds 2019 Burgerassemblees in Brussel. Al 140 burgers hebben deelgenomen aan de Brusselse Burgerassemblee en voorstellen gedaan over huisvesting, werkgelegenheid of specifieke kwesties zoals de toegankelijkheid van openbare gebouwen, cyberpesten, gratis hygiënische beschermingsproducten, de afschaffing van een schepen of een autonomieverzekering. Hajar hoopt dat de Burgerassemblees ooit een echte impact zullen hebben, "dat er meerdere afgevaardigden zullen zijn die de burgers rechtstreeks vertegenwoordigen en niet 1000 tussenpersonen tussen de verkozene en de burgers." Assemblee datums: 17/9, 1/10, 15/10, 19-20/11, 3/12, 17/12.
- Menstruatie-armoede heeft fysieke, mentale en sociale gevolgen voor vrouwen
Pepijn Kennis is als parlementslid voor Agora.Brussels de vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee (BBA). Hij waakt over de voorstellen en doelstellingen van de BBA zoals die gepubliceerd zijn in de burgerresolutie van de reactieve Burgerassemblee die plaatsvond in de lente van 2021 en geeft op die manier burgers een stem in het Brussels Parlement. Op donderdag 23/02 werd er een voorstel van resolutie gedaan over de ‘rechtsreekse toegang tot gratis hygiënische beschermingsproducten’ in de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie. Agora stelt dat de inhoud van dit voorstel van resolutie een belangrijke stap vooruit is om de menstruatie-armoede bij vrouwen tegen te gaan. Toch zijn er enkele amendementen (toevoegingen) die de BBA wil toevoegen aan het voorstel om te garanderen dat alle perspectieven worden overwogen. We bekijken de problemen rond menstruatie-armoede even van dichterbij, vervolgens bespreken we de amendementen en waarom ze belangrijk zijn. Agora zal ‘voor’ het voorstel van resolutie stemmen op voorwaarde dat amendement n°4 van de Burgerassemblee wordt aangenomen in het voorstel. Menstruatie-armoede Veel vrouwen leven onder de armoedegrens. Volgens cijfers uit 2018 gaat het voor België om maar liefst 350.000 vrouwen in totaal. Menstruatieproducten kosten veel geld, ze vormen een zware maandelijkse kost die voor vrouwen in een slechte financiële situatie niet altijd betaalbaar is. Menstruatieproducten worden in België erkend als levensnoodzakelijke basisproducten, toch zijn er heel wat vrouwen die zich deze producten niet kunnen veroorloven. Dit brengt medische, sanitaire en sociale problemen met zich mee. Als menstruatieproducten immers te duur zijn, dan moeten vrouwen vaak op zoek gaan naar alternatieve middelen. Uiteraard zijn die minder hygiënisch waardoor ze medische problemen veroorzaken. Menstruatie-armoede heeft verder ook sociale gevolgen. Bloedverlies bij de menstruatie zonder de nodige sanitaire producten kan voor schaamte zorgen. Vrouwen gaan dan lessen, werk, vrijetijdsbestedingen en andere sociale aangelegenheden mogelijk uit de weg omdat ze vrezen voor bloedvlekken of andere ongemakkelijke situaties. Agora ijvert voor het gratis maken van hygiënische menstruatieproducten voor vrouwen. Dat is exact wat dit voorstel van resolutie nastreeft. Er worden twee concrete verzoeken voorgesteld aan de Brusselse regering. Zo moeten pilootprojecten worden opgezet om kosteloos menstruatieproducten aan te bieden in alle scholen en universiteiten van Brussel. Daarnaast moeten er meer studies komen over de rechtstreekse toegang en kosteloosheid van de hygiënische menstruatieproducten op openbare plaatsen en via de overheid. De BBA stelt dat er echter een aantal amendementen moeten worden toegevoegd aan het voorstel van resolutie om zo de doelstellingen van deze resolutie kracht bij te zetten. Zo onderstreept Agora dat het belangrijk is om de duurtijd van menstruatie tegenover de levensduur van een vrouw in overweging te nemen. Het gaat immers niet om een kleine hindernis. Vrouwen menstrueren één week per maand en dat voor ongeveer 40 jaar. Het is dus belangrijk voor de BBA dat dit gegeven mee wordt opgenomen in het voorstel van resolutie. Daarnaast zijn duurzame en ecologische producten - naast de wegwerpproducten - belangrijk om toe te voegen. Elke vrouw heeft immers persoonlijke noden. Zo vindt iedereen het product dat bij haar past. De Burgerassemblee stelt bovendien dat initiatieven zo specifiek en direct mogelijk worden afgelijnd. Het voorstel moet uit de studiefase geraken en overgaan tot concrete actie. Taboe Er moet ook overwogen worden dat de menstruatie naast de meer bekende fysiologische impact ook een sterke impact heeft op de psyche en het sociale leven van vrouwen. De erkenning van die mentale last kan niet ontbreken. Bovendien is menstruatie nog steeds een taboe in sommige kringen, bijvoorbeeld op de werkvloer. Om dit taboe te doorbreken moeten we beginnen met erover te praten. Daarom stelt de BBA in het 4de amendement dat er ook expliciet op dit taboe moet gewezen worden. Hoewel de Burgerassemblee akkoord gaat met de grote lijnen van dit voorstel, is het belangrijk om discriminatie expliciet te vermelden. Het amendement verduidelijkt immers dat deze discriminatie de menswaardigheid van vrouwen aantast. Zo hebben ze een moeilijkere toegang tot de arbeidsmarkt voor sommige jobs. Agora zal dus ‘voor’ de aanname van de resolutie stemmen, maar alleen als het 4de amendement mee wordt opgenomen in het voorstel.
- Agora: een politiek Trojaans paard
Open Government Partnership, een organisatie van hervormers binnen en buiten de overheid, publiceerde een artikel over Agora.Brussels. Klik hier om te lezen hoe Agora werkt aan het transformeren van de manier waarop de overheid haar burgers dient.
- Schrijf je in voor de Participatieve Marathon om de Belgische staat meer participatief te maken!
Een dag van deliberatie om innovaties voor de participatieve democratie te formuleren! Dit evenement heeft als doelstelling de voorstellen van de burgermaatschappij voor participatieve processen in België verder te ontwikkelen. In de loop van de dag zullen werkgroepen de verschillende voorstellen verfijnen om ze zo gedetailleerd mogelijk te maken, zodat ze gemakkelijk kunnen worden geïnstitutionaliseerd. Hoe moeten blanco stemmen worden weergegeven? Hoe kunnen participatieve begrotingen of burgerassemblees met reële macht worden geïnstitutionaliseerd? Welke instrumenten voor directe democratie moeten worden ingevoerd en onder welke voorwaarden? Interesse om mee te werken aan deze voorstellen? Je bent van harte uitgenodigd om u via dit formulier in te schrijven. De Participatieve Marathon Participatif vindt plaats op 4 juni in het Brussels Parlement (met een collaboratieve online voorbereiding). Het is een initiatief van de burgerbeweging Agora.Brussels om een collectieve mobilisatie van de burgers op gang te brengen voor de 7de hervorming van de Belgische Staat. Trouw aan de raison d'être van ons project, dat tot doel heeft het Belgische politieke systeem om te vormen tot een inclusieve en eerlijke dialoog, moedigen wij in het bijzonder de deelname aan van mensen die de diversiteit van onze samenleving vertegenwoordigen. Gelieve bijzondere aandacht te besteden aan de stem die uw organisatie zal vertegenwoordigen om een fair en inclusief resultaat voor ons toekomst te garanderen. Mis deze kans niet om gesteund en gesterkt te worden in je inspanningen! Democratisch de jouwe, Ana Adzersen en Michaël Damman voor Agora.Brussels
- Een gepaste job voor elke Brusselaar, dat is de droom!
Pepijn Kennis is als parlementslid voor Agora Brussels de vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee (BBA). Hij buigt zich over de voorstellen en doelstellingen die de BBA formuleerde over werkgelegenheid en tewerkstelling en geeft op die manier burgers een stem in het Brussels Parlement. Via parlementaire vragen kan Pepijn ministers en hun beslissingen kritisch controleren. De vragen en antwoorden dienen om na te gaan of de eisen van de Brusselse Burgerassemblee voldoende gehoor krijgen bij de regering. Door Brusselaars via de Assemblee actief te betrekken bij politieke beslissingen, tonen we dat een democratie ook inclusief, deliberatief en participatief kan zijn! De BBA over werk en tewerkstelling stelde zich de vraag hoe we Brusselaars aan een gepaste job helpen. In de naam van de Burgerassemblee stelde Pepijn 3 parlementaire vragen aan Minister Bernard Clerfayt over gepast werk: 1) Meer belang hechten aan competenties in plaats van diploma’s 2) Organisaties steunen die zelf werkzoekenden ondersteunen 3) Taaldiscriminatie op de Brusselse arbeidsmarkt Competenties zijn belangrijker dan diploma’s Competenties of ervaring maken een werknemer waardevol, dat is een feit. Er wordt vandaag echter nog te veel waarde gehecht aan diploma’s bij aanwervingen op de Brusselse arbeidsmarkt. Competenties kunnen op minder waardering rekenen, terwijl ze minstens even belangrijk zijn. Soms zelfs belangrijker. Er zijn veel werkzoekenden die over de juiste competenties beschikken maar niet over het juiste diploma. Daarnaast is er een grote groep van burgers die een diploma heeft, maar het niet kunnen gebruiken. Buitenlandse diploma’s worden immers nog te weinig erkend. Veel werkzoekenden hebben voldoende ervaring en competenties, maar zonder een Belgisch diploma verdwijnen die eerder op de achtergrond. Buitenlandse diploma’s herkennen kan daarbij een deel van de oplossing zijn, maar dat gaat niet ver genoeg volgens de BBA. Een aanwervingsproces moet immers een persoon in haar totaliteit beoordelen, inclusief haar competenties en ervaring. Concreet moeten ervaring en competenties evenveel waarde krijgen als diploma’s. De BBA stelt voor om Actiris in te schakelen als een hulpmiddel om competenties en ervaring zichtbaarder te maken voor werkgevers. Zo kan Actiris niet alleen de diploma’s in de kijker zetten maar ook andere relevante vaardigheden. Minister Clerfayt liet Pepijn weten dat ook hij de focus wil leggen op competenties. Actiris spoort werkzoekenden aan om hun competenties voldoende te beschrijven. Daarna kan Actiris personen doorverwijzen naar de dienst voor het valideren van vaardigheden van Bruxelles Formation. Werkzoekenden kunnen om begeleiding vragen om de proef voor te bereiden. Via de proef wordt dan beslist welke competenties er toegevoegd kunnen worden aan hun Actiris dossier. Er wordt daarnaast gebruik gemaakt van automatische ‘matching’. Dit wil zeggen dat werkgevers de gewilde competenties op een lijst zetten. Die lijst kan dan automatisch gekoppeld worden aan een lijst van potentiële kandidaten. Dat gaat verder dan enkel diploma’s, ook de competenties zijn een factor. Toch zien we vaak dat werkgevers vooral focussen op een diploma en nog te weinig op competenties. Bijna 2000 mensen kregen het voorstel om hun vaardigheden te laten valideren door Bruxelles Formation. Slechts 750 werkzoekenden gingen in op dat aanbod. Dat lijkt ons weinig. Agora zal meer cijfers vragen om te achterhalen hoeveel mensen er precies worden doorverwezen naar Bruxelles Formation. Om gericht verder te gaan moeten we immers een beeld krijgen over hoeveel mensen via deze dienst hun vaardigheden kunnen valideren. Discussie in de commissie Organisaties steunen, die zelf anderen ondersteunen De burgers van de Brusselse Burgerassemblee vragen meer steun voor het oprichten van organisaties zoals “Duo for a job” en “Cosearching”. Dit soort non-profit of publieke organisaties brengen werkzoekenden in contact met medeburgers die meer professionele ervaring hebben. Als meter of peter steunen en coachen ze werkzoekenden in hun zoektocht naar een vervullende job, een soort van mentor dus. Concreet wil de Brusselse Burgerassemblee meer weten over de huidige stand van zaken over dergelijke projecten. Actiris werkt samen met ongeveer 200 partnerorganisaties. De grote structuur van Actiris maakt dat ze moet steunen op een uitgebreid netwerk dat flexibeler kan werken dan de overheidsdiensten zelf. De partners van dit netwerk kunnen financiering aanvragen. Ze worden opgeroepen om projecten in te dienen. Een onafhankelijke jury zal dan beslissen hoeveel budgetten er vrijkomen voor een specifiek project. Zowel de organisatie “Duo for a job” en “Cosearching” genieten momenteel van die financiering. Agora is blij om te horen dat de doelstellingen van de Brusselse Regering overeenkomen met die van de Burgerassemblee. Brusselaars aan een gepaste job helpen staat centraal. We moedigen de samenwerking tussen Actiris en haar netwerk aan. Agora wil echter benadrukken dat een mentorschap een creatieve oplossing kan zijn om werknemers meer zekerheid en stabiliteit te bieden. In 2019 werd er al budget uitgetrokken voor dit soort project via “Duo for a job”. Agora is dan ook erg benieuwd naar de schaal van dit project en de resultaten ervan. Ten slotte hoopt Agora dat er een nieuwe oproep zal komen om projecten in te dienen voor begeleidingswerk. Er is in sommige sectoren immers nog steeds een tekort aan ondersteuning voor bepaalde doelgroepen. Discussie in de commissie Stop taaldiscriminatie! Brussel is één van de meest taal-diverse steden ter wereld. Je kan er meer dan 115 thuistalen terugvinden! Helaas heeft niet iedereen in Brussel het privilege om verschillende talen vlot te leren spreken en schrijven. Veel werkzoekenden hebben een moedertaal die verschilt van het Nederlands of het Frans. Dat wil weliswaar niet zeggen dat ze de taal niet leerden. Toch wordt er vandaag tegen deze personen nog te vaak gediscrimineerd. Bij aanwervingen wordt er immers vaak gevraagd naar kandidaten die Frans of Nederlands als moedertaal hebben. Omdat één op drie Brusselaars van buitenlandse afkomst is krijgt deze groep vaak niet dezelfde kansen tijdens het aanwervingsproces. De BBA is van mening dat deze taalvereisten onterecht hoog zijn voor sommige beroepen. Minister Clerfayt stond Agora te woord en erkent dat discriminatie op basis van taal inderdaad verboden is en dus niet toelaatbaar. Hij informeerde ons over enkele interessante initiatieven, die echter eerder de taalvaardigheid van werkzoekenden moet verhogen dan de discriminatie verminderen. Actiris voerde bijvoorbeeld verschillende maatregelen in om taaldiscriminatie op te sporen en te bestrijden, verder is er ook de ‘Actiris Inclusive’ dienst waar slachtoffers van taaldiscriminatie terecht kunnen met klachten. Jammer genoeg kreeg Unia geen mandaat om die slachtoffers ook op te vangen. Dit moet veranderen in de toekomst om zo optimale steun te voorzien. Er is immers momenteel geen meldpunt voor taaldiscriminatie. Vandaag spreekt 17,3 % van de Brusselse werkzoekenden geen landstaal, dat is veel en daar moet wat aan gedaan worden. Minister Clerfayt investeerde daarom in een platform genaamd Brulingua. Dat zal alle Brusselaars de kans geven om online gratis taallessen te volgen. Die lessen Nederlands, Frans of Engels worden voorzien in 24 Europese talen en enkele andere. De Brusselse Burgerassemblee wijst echter zowel op het taalaspect als op discriminatie op basis van taal. Daarom is het belangrijk om werkgevers streng te straffen wanneer ze discrimineren op basis van taal. Discussie in de commissie Verslag van de vergadering Vergadering van woensdag 9 februari 2022
- Een goede job is een toegankelijke job
Pepijn Kennis is als parlementslid voor Agora Brussels de vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee (BBA). Hij buigt zich over de voorstellen en doelstellingen die de BBA formuleerde over werkgelegenheid en tewerkstelling en geeft op die manier burgers een stem in het Brussels Parlement. Via parlementaire vragen kan Pepijn ministers en hun beslissingen kritisch controleren. De vragen en antwoorden dienen om na te gaan of de eisen van de Brusselse Burgerassemblee voldoende gehoor krijgen bij de regering. Door Brusselaars via de Assemblee actief te betrekken bij politieke beslissingen, tonen we dat een democratie ook inclusief, deliberatief en participatief kan zijn! De BBA over werk en tewerkstelling stelde zich de vraag hoe we werk toegankelijk maken. In de naam van de Burgerassemblee stelde Pepijn 4 parlementaire vragen aan Minister Bernard Clerfayt (Défi) over toegankelijk werk: 1) Door de dienstverlening van Actiris te optimaliseren 2) Anonieme cv’s bij het aanwervingsproces toe te laten of te verplichten 3) Door een gemotiveerde feedback te geven in geval van weigering 4) Centraliseren van een platform waar alle vacatures verschijnen Optimale dienstverlening voor optimale jobmogelijkheden Actiris is vandaag de belangrijkste speler op de Brusselse arbeidsmarkt. Daarom is het belangrijk dat Actiris bekend is bij Brusselaars en dat er genoeg transparantie is. Werkzoekende Brusselaars hebben immers betrouwbare steun nodig bij hun zoektocht naar een job. De klachtendienst van Actiris moet daarom ook meer in de kijker staan. Een plek waar werkzoekenden vlot terecht kunnen met hun vragen en problemen is cruciaal om een goede samenwerking tussen Actiris, werkzoekenden en werkgevers te garanderen! Minister Clerfayt liet weten dat de laatste cijfers over de tevredenheid met Actiris dateren van 2019. Toen lagen de tevredenheidscijfers tussen de 6,6 en 7 op 10 bij werknemers en werkgevers. Die cijfers kunnen zeker beter. Agora kijkt daarom uit naar de evaluatie van 2021. Met die resultaten moet er aan de slag worden gegaan. De klachtendienst heeft een duidelijke procedure om klachten op te volgen. Hier zijn we uiteraard blij mee. Jammer genoeg gaan de klachten in een stijgende lijn. Hopelijk kan de Brusselse Regering de oorzaak van die stijging identificeren en aanpakken. Agora wacht dus op nieuwe cijfers en zal dit dossier aandachtig blijven volgen. Een sterke en gestroomlijnde dienstverlening van Actiris zal jobs immers zichtbaarder en toegankelijker maken. Discussie in de commissie Anonieme CV’s als hulpmiddel tegen discriminatie ? Discriminatie is nog steeds een groot probleem op de Brusselse arbeidsmarkt. Dat kan al beginnen bij je CV. Vooroordelen over je etniciteit, woonplaats, gender, leeftijd, geaardheid of geloof kunnen je kansen op een job jammer genoeg nog steeds beïnvloeden. Vandaag worden anonieme CV’s gebruikt bij praktijktesten (testen op de arbeidsmarkt om discriminatie op te sporen) , maar nergens anders. Op anonieme CV’s kan je geen persoonlijke informatie vinden zoals de leeftijd, naam, burgerlijke stand, enzovoort. Ze dienen om discriminatie tegen te gaan. De Brusselse Burgerassemblee ziet een bredere toevoeging van de anonieme CV als een gemiste kans om discriminatie bij het aanwervingsproces te vermijden. Een anoniem CV is de perfecte mogelijkheid voor werkzoekenden om te solliciteren zonder het slachtoffer te worden van vooroordelen. Je persoonlijke identiteit heeft immers niets te maken met je professionele capaciteiten. De BBA stelt dat persoonlijke informatie dus geen plaats heeft in een professionele context. Er bestaat momenteel nog geen wettelijk kader voor anonieme CV’s. Minister Clerfayt verwees naar een rapport uit 2011 dat experimenteerde met anonieme CV’s in het Brusselse Gewest. Agora kan in het rapport een aantal elementen terugvinden die ook door de BBA herkend werden. Zoals de diversificatie van het aanwervingsteam en meer aandacht voor vaardigheden. Die helpen om discriminatie te verminderen. Hoewel Minister Clerfayt geen voorstander lijkt van anonieme CV’s, stelt Agora voor om de anonieme CV te gebruiken als een instrument tegen discriminatie. Ze kunnen immers een belangrijke rol spelen in een groter, algemeen plan dat verder werkt op aanbevelingen van het rapport uit 2011. Discussie in de commissie Het recht op feedback We kennen het allemaal wel, je doet je uiterste best om een mooie cv en motivatiebrief te schrijven. Je wacht, en wacht, maar er komt maar geen antwoord. Voor de 90.000 Brusselse werkzoekenden is dit vaak een dagelijkse realiteit. Dat kan zorgen voor frustratie en minder motivatie. Daarom stelt de BBA voor om werkgevers te verplichten om een gemotiveerde en beargumenteerde feedback te geven als ze beslissen om iemand te weigeren. Met die feedback kunnen werkzoekenden dan aan het werk om hun cv’s bij te schaven. Zo krijgen mensen die minder ervaring hebben met solliciteren toch de kans om na te gaan wat er fout ging. Minister Bernard Clerfayt (Défi) stond Pepijn te woord. Zo hoorden we dat er bij de werkaanbiedingen die Actiris overziet geen informatie is over hoeveel reacties er precies worden uitgezonden door werkgevers. Die gegevens vallen onder het arbeidsrecht, wat een federale bevoegdheid is. Actiris kan ze dus niet bijhouden. Een wettelijke verplichting voor de werkgevers om feedback te geven valt ook buiten de bevoegdheden van Minister Clerfayt. Toch kan de Brusselse Regering zelf een impact hebben. Er wordt vandaag door Actiris al om feedback gevraagd. Werkgevers kunnen hun ervaringen over het selectieproces delen, jammer genoeg wordt die functie amper gebruikt. Hoewel de Brusselse Regering geen bevoegdheid heeft om feedback op CV’s te verplichten, kan ze wel benadrukken bij werkgevers hoe belangrijk die feedback is. Niet alleen voor de werkzoekenden maar voor de gehele arbeidsmarkt, waaronder werkgevers. Gerichte en relevante sollicitaties zullen het aanwervingsproces alleen maar gemakkelijker maken. ‘ Actiris Select’ kan een hulpmiddel zijn om feedback te geven. Daar wordt er door Actiris een lijst opgesteld van maximaal 6 potentiële kandidaten waaruit de werkgever kan kiezen. Agora hoopt dat de Brusselse Regering werkgevers zal motiveren om meer gebruik te maken van de feedback functie, zeker als er maar 6 kandidaten zijn. Minister Clerfayt haalde aan dat feedback geven tijdrovend kan zijn. Omdat het in ‘Actiris Select’ slechts om 6 kandidaten gaat kan de feedback wel tijd efficiënt zijn. Werkzoekenden kunnen via die functie immers veel bijleren over het selectieproces. Zo zijn ze beter voorbereid bij hun volgende sollicitatie. Discussie in de commissie Eén platform voor alle vacatures In 2019 werd er door minister Bernard Clerfayt al gepleit voor een verplichting voor Brusselse bedrijven om hun vacatures door te geven aan Actiris. De Brusselse Burgerassemblee had Actiris ook herkend als een logische verzamelplaats voor Brusselse vacatures. Minister Clerfayt verwees toen naar het Koninklijk Besluit van 5 december 1969, dat dit al verplicht. Vandaag bestaat er nog steeds geen centrale database waar je alle vacatures op kan vinden. Het is dus opmerkelijk dat de Brusselse regering deze wetgeving vandaag niet toepast, terwijl ze daar wel de bevoegd voor is. Minister Clerfayt geeft toe dat vacatures via Actiris een handig hulpmiddel zijn om meer werkzoekenden een kans te geven op de arbeidsmarkt. Daartoe hoopt hij vooral werkgevers te overtuigen om hun vacatures via Actiris te publiceren. Hij geeft echter aan dat niemand deze wetgeving toepast, omdat het weinig realistisch is. Agora betreurt dat de minister enkel kiest voor een stimulerende aanpak en niet de wet uitvoert. Via de bestaande kanalen wil hij zo Actiris aantrekkelijker maken zodat werkgevers de website meer gebruiken. De minister wijst verder op technologische beperkingen en een zware administratieve last, maar die zijn volgens Agora niet onoverkomelijk. Actiris verzamelt momenteel een geschatte 33% van de jobaanbiedingen op de Brusselse arbeidsmarkt. Met de partners erbij gerekend is dit al 85%, dat is een stuk beter. De aanbiedingen van deze partners integreren in het platform van Actiris zou dan ook al een grote stap vooruit zijn in het centraliseren van alle werkaanbiedingen. Omdat er reeds samenwerking is dus Actiris en haar partners is de technologische drempel om de jobaanbiedingen te verenigen op één platform al kleiner. Discussie in de commissie Verslag van de vergadering Vergadering van woensdag 9 februari 2022
- De kloof tussen persoonlijke vaardigheden en jobvereisten is te groot
Pepijn Kennis is als parlementslid voor Agora Brussels de vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee (BBA). Hij buigt zich over de voorstellen en doelstellingen die de BBA formuleerde over werkgelegenheid en tewerkstelling en geeft op die manier burgers een stem in het Brussels Parlement. Via parlementaire vragen kan Pepijn ministers en hun beslissingen kritisch controleren. De vragen en antwoorden in de commissie dienen om na te gaan of de eisen van de Brusselse Burgerassemblee voldoende gehoor krijgen bij de regering. Door Brusselaars via de Assemblee actief te betrekken bij politieke beslissingen, tonen we dat een democratie ook inclusief, deliberatief en participatief kan zijn! Veel jobs maar te weinig kwalificaties? Brusselse werkgevers zoeken steeds vaker naar hoger opgeleide werknemers. Momenteel zijn er 90.000 Brusselaars die werk zoeken, terwijl er zeker geen tekort is aan jobaanbiedingen. Er is dus een groeiende nood aan opleidingen om de lager gekwalificeerde werknemers onder hen van de nodige kennis en ervaring te voorzien. Werk moet immers toegankelijk en openbaar zijn, dat was ook één van de doelstellingen van de BBA. Mensen die zich in toegankelijke jobs bevinden kunnen zo hun vaardigheden bijschaven en doorstromen naar andere jobs. De vrije banen kunnen naar andere laaggekwalificeerde werknemers gaan, zo hebben zij ook de kans om te werken en te groeien. Bedrijven spelen hier een belangrijke rol! Daarom vraagt de Brusselse Burgerassemblee om ondernemingen aan te moedigen om meer in te zetten op opleidingen van lager opgeleide werknemers binnen het bedrijf. Agora vroeg zich dus af: Wat wordt er momenteel gedaan om bedrijven aan te moedigen om meer laaggekwalificeerde werknemers op te leiden? Als antwoord op de parlementaire vraag gaf Minister Bernard Clerfayt (Défi) ons wat meer uitleg over de huidige situatie en initiatieven. Mevrouw Clémentine Barzin (MR) sloot zich aan bij het debat. De Brusselse arbeidsmarkt is een paradox: een stand van zaken Clerfayt bevestigt dat er inderdaad een probleem is, ze hebben het over een paradox. De Brusselse arbeidsmarkt is zeer veeleisend als het gaat om vaardigheden en kwalificaties, terwijl er bij Actiris gemiddeld meer mensen ingeschreven zijn met lage kwalificaties. De gevraagde kwalificaties veranderen natuurlijk ook doorheen de tijd, denk maar aan digitale vaardigheden zoals leren omgaan met nieuwe computerprogramma’s. Werknemers bijscholen is dus noodzakelijk om hen beter voor te bereiden op nieuwe uitdagingen. Dat is positief voor de hele arbeidsmarkt omdat die nieuwe vaardigheden ook in andere jobs belangrijk zijn. Zo kunnen mensen verder bouwen op de kennis die ze al opdeden in hun professionele carrière. De bevoegdheden hiervoor vallen bij de federale regering. Die nam een reeks van beslissingen zonder de Brusselse Regering te raadplegen, dat is natuurlijk jammer. Er ligt vandaag wel een belangrijk voorstel op tafel bij de federale regering. Vroeger waren ondernemingen verplicht om 3% van hun loonmassa te investeren in opleidingen voor hun werknemers, maar daar zou nu verandering in komen. Dat geld ging immers het vaakste naar manager opleidingen, waardoor lager gekwalificeerde mensen niet de kans kregen om bij te leren. De nieuwe regeling zou bedrijven verplichten om voortaan 3% van de loonmassa van elke werknemer te investeren in opleidingen, dat komt neer op minimum 5 dagen opleiding per jaar per werknemer. We springen nog niet op de kar, maar die gaat wel in de juiste richting Omdat de Brusselse Burgerassemblee wil inzetten op meer steun voor laaggekwalificeerde werknemers, is deze nieuwe regeling een stap in de juiste richting volgens Agora. Toch kan het nog iets specifieker. Omdat de laagst gekwalificeerde werknemers de meeste ondersteuning nodig hebben, stelt de BBA voor om aan positieve discriminatie te doen. Agora kan dus concreet voorstellen om de 3% van de loonsom, die vroeger vooral naar de opleiding van managers ging, nu te investeren in de laagst gekwalificeerde personen. Zo kunnen we de schade die de voorgaande regeling aanbracht zo snel mogelijk omkeren. De Brusselse Regering haalde ook een reeks van mechanismen aan die werkzoekenden moeten helpen. Zoals bijvoorbeeld een opleidingsstimulans via de Activa programma's, individuele beroepsopleidingen in bedrijven via de VDAB of Bruxelles Formation, onderdompelingscursussen en meer. Momenteel zijn de resultaten van deze mechanismen nog niet zichtbaar. De kloof tussen de kwalificaties van de werkzoekenden en de beschikbare banen is nog steeds groot. Minister Clerfayt liet wel weten dat een evaluatie van de mechanismen dit jaar op de agenda staat. Agora is dan ook benieuwd naar de resultaten hiervan. De BBA hamert erop dat de laagst gekwalificeerde personen best voorrang krijgen op hoger opgeleide personen voor toegang tot opleidingen. De nieuwe regeling die bedrijven verplicht om elke werknemer op te leiden ziet Agora als het begin van sterker juridisch kader. Dat zal ongetwijfeld meer steun bieden aan laagopgeleide werknemers. Toch is het nog even afwachten hoe deze inspanningen zich zullen vertalen naar de praktijk. We houden de resultaten van al deze initiatieven nauwlettend in het oog. Discussie in de commissie Verslag van de vergadering Vergadering van woensdag 9 februari 2022
- Hebben beurshandelaars meer sociale waarde dan afvalophalers?
Pepijn Kennis is als parlementslid voor Agora Brussels de vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee (BBA). Hij buigt zich over de voorstellen en doelstellingen die de BBA formuleerde over werkgelegenheid en tewerkstelling en geeft op die manier burgers een stem in het Brussels Parlement. Via parlementaire vragen kan Pepijn ministers en hun beslissingen kritisch controleren. De vragen en antwoorden in de commissie dienen om na te gaan of de eisen van de Brusselse Burgerassemblee voldoende gehoor krijgen bij de regering. Door Brusselaars via de Assemblee actief te betrekken bij politieke beslissingen, tonen we dat een democratie ook inclusief, deliberatief en participatief kan zijn! De BBA boog zich over de vraag: “Hoe kunnen we elke Brusselaar toegang geven tot een gepaste en waardige job?”. Om die vraag te beantwoorden kozen de 45 gelote burgers van de BBA om de vraag op te delen in 4 verschillende thema’s, namelijk: 1) hoe geven we elke Brusselaar toegang 2) hoe maken we het werk toegankelijker 3) hoe zorgen we voor waardig werk 4) hoe zorgen we voor een job die past bij elke persoon In deze post ontdekt u hoe de Brusselse Regering de problematieken over waardig werk aanpakt en hoe die maatregelen precies overeenkomen met de doelstellingen van de burgerresolutie van de BBA over werk en tewerkstelling. Pepijn Kennis (Agora.Brussels) stelde hierover een aantal vragen aan bevoegd Brussels minister van Werk en Beroepsopleiding, Bernard Clerfayt (Défi). Wat is waardig werk en wat is het probleem? De Brusselse Burgerassemblee merkt op dat er veel ondergewaardeerde beroepen zijn in Brussel. Het zijn vaak fysiek zware beroepen met ongewone of moeilijke uurroosters en lastige arbeidsomstandigheden waar bovendien een laag loon tegenover staat. Een aantal voorbeelden zijn afvalophalers, maatschappelijke werkers, huishoudhulpen en verpleegkundigen. De Burgerassemblee wil zich concentreren op het opwaarderen van deze beroepen. Verder wordt ook aandacht gegeven aan beroepen met een sociale meerwaarde. Deze beroepen dragen bij tot het algemeen welzijn van de maatschappij, zonder dat ze daarvoor per se erkenning krijgen. Ook deze moeten opgewaardeerd worden. Omdat er duidelijk nog veel werk aan de winkel is vraagt de Burgerassemblee aan de regering om de volgende maatregelen in te voeren voor deze beroepen: (1) gratis openbaar vervoer in Brussel, (2) huishoudhulp en kinderopvang, (3) aangepaste uitrusting en werkinstrumenten en (4) aangepaste gezondheidsverzekering. Deze steun kan snel en doelgericht mensen helpen binnen deze twee beroepscategorieën en ze zo ook aantrekkelijker maken.. Plannen van de regering Minister Clerfayt liet in antwoord op de parlementaire vraag weten dat hij werk wil maken van het invullen van knelpuntberoepen. Zo komt er een initiatief de oprichting van rondetafelconferenties waarbij de Brusselse overheidsdiensten voor tewerkstelling en opleiding samenwerken met de andere betrokken sectoren. Samen willen ze actieplannen opstellen voor de sectoren waar er veel knelpuntberoepen zijn. Het budget voor die actieplannen is 2 miljoen euro. Verder zal er in 2022 nog een extra budget van 2,7 miljoen worden vrijgemaakt om de opleidingsvergoeding te verhogen en om daarbij opleidingen te voorzien waar er veel nood aan is. Verder wordt er ook een budget van 1 miljoen euro vrijgemaakt voor de ontwikkeling van een dynamisch informatieplatform over de arbeidsmarkt via de website van Actiris. Minister Clerfayt vermelde ook dat hij zich zal inzetten om een aantal andere specifieke hefbomen over knelpuntberoepen te overkomen. Geen duidelijke visie op maatschappelijke meerwaarde Hoewel er duidelijk werk wordt gemaakt van de problematieken rond knelpuntberoepen bleef Agora toch met enkele vragen zitten. De BBA heeft het bewust niet over de knelpuntberoepen, maar over de ondergewaardeerde beroepen en de beroepen met een sociale meerwaarde. Sommige knelpuntberoepen kunnen ook een sociale meerwaarde hebben, maar dat is zeker niet altijd het geval. Het is niet omdat er te weinig mensen zijn voor een bepaalde job, dat die job een belangrijke maatschappelijke meerwaarde heeft. Een tekort aan financiële directeurs is geen crisis voor het algemeen welzijn, een tekort aan zorgpersoneel is dat daarentegen wel. Minister Clerfayt stelt dat het moeilijk is om te bepalen welke beroepen een maatschappelijke meerwaarde hebben. De waarde van een job, aldus Minister Clerfayt, wordt al bepaald door het loon. Agora gaat hier in navolging van de burgerresolutie tewerkstelling uiteraard niet mee akkoord. Dat zou immers betekenen dat je maatschappelijke meerwaarde helemaal bepaald wordt door je loon. Een beurshandelaar verdient bijvoorbeeld meer dan een afvalophaler, maar daarom hebben beurshandelaars geen grotere maatschappelijke rol. Minister Clerfayt verwees ons voor sommige vragen door naar werkgevers of andere verantwoordelijke actoren omdat hij zich niet bevoegd acht. We wezen hem er dan ook op dat veel van de jobs die we hier bespraken tot de publieke sector horen. De minister kan dus wel initiatief nemen om meer overleg te voeren met bijvoorbeeld de gemeenten of met de gewestregering om er zo alles aan te doen om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren! Dat kan bijvoorbeeld voor de zorg, afvalophaling of de politie. Wat er precies allemaal thuishoort bij de ‘knelpuntberoepen’ moet voldoende aandacht krijgen. Niet alle knelpuntberoepen zijn even belangrijk voor het maatschappelijk welzijn. Hoewel sommige doelstellingen uit het regeerakkoord zeker overeenkomen met de doelstellingen van de BBA mag de focus op jobs met een sociale meerwaarde niet verdwijnen. Agora blijft in naam van de BBA werk en tewerkstelling toekijken op de beslissingen van de Brusselse Regering. Discussie in de commissie Verslag van de vergadering Vergadering van woensdag 9 februari 2022
- Een wijziging van De Brusselse Huisvestingscode: wat denkt Agora Brussels ervan?
Agora Brussels zet zich in om de doelstellingen van de burgerassemblees te vertalen naar een wettelijk kader. Parlementslid Pepijn Kennis buigt zich over de voor- en nadelen van het ontwerp van ordonnantie over wijzigingen van de Brusselse Huisvestingscode. Staan deze wijzigingen in lijn met de eisen en doelstellingen van de burgerresolutie rond huisvesting? Waar kan het beter? Het ontwerp van ordonnantie In dit ontwerp stelt de Brusselse Regering voor om enkele wijzigingen aan te brengen in de huisvestingscode. Dat is de bundeling van regels die van toepassing zijn op huisvesting in het Brussels Gewest. De Regering stelt in dit ontwerp van ordonnantie vier wijzigingen voor: 1. De aankoop van privéwoningen faciliteren om er sociale woningen van te maken. 2. Renovaties makkelijker maken door leningen toe te kennen aan eigenaars via het Woningfonds. 3. De Gewestelijke Grondalliantie versterken door Community Land Trust beter te omkaderen. 4. Een stijging van het aantal mensen dat kan huren aan een sociaal huurtarief via de socialisering van de publieke woningen. We bekijken even met een kritische blik hoe deze vier wijzigingen de Brusselse burgers ondersteunen vanuit de doelstellingen die werden bepaald in de burgerresolutie huisvesting. De vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee in het Brussels Parlement, Pepijn Kennis, stelt dat deze ordonnantie tegemoet komt aan de verwachtingen van de Burgerassemblee inzake de verbreding van het juridisch arsenaal om het recht op huisvesting voor iedereen te verzekeren, hoewel er ook gemiste kansen zijn. De BGHM: socialer, maar nog niet sociaal genoeg Het eerste hoofdstuk gaat over de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappijen (BGHM). Zij staan in voor het beheer van sociale woningen binnen het Brusselse Gewest. Ze wijzen woningen toe, berekenen de huurprijzen en ondersteunen de sociale huisvestingsmaatschappijen. Dit hoofdstuk pleit voor een vereenvoudiging van de procedures die de BGHM dient te volgen. Dankzij deze wijziging kan de BGHM nu gemakkelijker woningen aankopen op de privémarkt, wat voor meer sociale woningen zal zorgen. Agora’s parlementslid merkt op dat het ontwerp de aankoop van onroerend goed op de particuliere markt zal vergemakkelijken. We kunnen ons wel afvragen of het interessant is om privé promotoren op deze manier te financieren, want de sociale huisvestingsmaatschappijen zouden ook zelf woningen kunnen bouwen. We zijn uiteraard wel tevreden met de nieuwe sociale woningen. Ze komt tegemoet aan de doelstelling van de burgerresolutie Huisvesting die stelt dat ‘het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een specifieke rol moet spelen’ om het recht op huisvesting te garanderen. Het Woningfonds: vergeet de huurprijs niet! Het tweede hoofdstuk over het Woningfonds buigt zich over het versnellen van het renovatieproces van gebouwen. Het instellen van een lening zou het voor kandidaat-renoveerders gemakkelijker maken om financiële steun aan te vragen bij de renovatie van hun eigendom. Volgens Agora bieden deze ‘groene leningen’ inderdaad de mogelijkheid aan eigenaars van verhuurhuizen om hun renovaties uit te voeren. Hoewel dit een goede zaak is stellen we dat het ook belangrijk is om dit te koppelen aan de huurprijs. De Brusselse Burgerassemblee vraagt immers dat het belangrijk is om via renovaties de minimumeisen qua bewoonbaarheid en energieprestatie te halen, maar ook dat de woningen kwalitatief en betaalbaar moeten blijven. Eigenaars die zich inzetten om duurzame en betaalbare huurprijzen te garanderen zouden meer toegang moeten krijgen tot deze financiële steun. Om te verzekeren dat de woningen ook op lange termijn betaalbaar blijven kan de Community Land Trust (CLT) formule een middel zijn voor de stedelijke ontwikkeling van het Brusselse Gewest. Deze formule stelt een scheiding van de grondprijs en de prijs van het gebouw zelf voor. Het zal ervoor zorgen dat de woningen ook op lange termijn betaalbaar blijven. Betaalbaar wonen! Enkel voor sociale woningen? Verder behandelt het derde hoofdstuk van dit ontwerp de Gewestelijke Grondallianties. Hierbij wil de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het bestaande CLT-mechanisme bevorderen. Dit is in overeenstemming zijn met doelstellingen uit de burgerresolutie, namelijk om speculatie tegen te gaan en betaalbare woningen te voorzien. Die doelstelling streeft een breder juridisch arsenaal na voor het recht op wonen. Momenteel wordt dit echter enkel binnen sociale woningen aangeboden. We vragen ons af of hetzelfde principe niet kan worden toegepast op niet-sociale projecten om zo de prijzen van woningen doorheen heel Brussel te verlagen. Klaar met wachten? Tot slot gaat het vierde hoofdstuk over socialisering van de publieke woningen . Het Brussels Gewest zal daarbij het verschil in huurprijs tussen een sociale woning en een publieke woning financieren om zo de wachtlijst voor sociale woningen te verkleinen. Zo kunnen er meer mensen huren aan een sociaal huurtarief. Dit voorstel sluit aan bij de burgerresolutie huisvesting. Die pleit immers een meer specifieke rol voor het Brusselse Gewest om het recht op wonen te garanderen. Deze rol neemt het Gewest hiermee op en het zal ervoor zorgen dat de prijzen voor dergelijke woningen betaalbaarder, geharmoniseerd en rechtvaardiger worden. Hoewel het ontwerp van ordonnantie niet perfect is, ondersteunt het wel vooropgestelde doelstellingen van de burgerresolutie huisvesting. Agora Brussels stemt dus voor de aanname van dit ontwerp. De discussie in de commissie De interventie in plenaire vergadering