Agora Brussels zet zich in om de doelstellingen van de burgerassemblees te vertalen naar een wettelijk kader. Parlementslid Pepijn Kennis buigt zich over de voor- en nadelen van het ontwerp van ordonnantie over wijzigingen van de Brusselse Huisvestingscode. Staan deze wijzigingen in lijn met de eisen en doelstellingen van de burgerresolutie rond huisvesting? Waar kan het beter?
Het ontwerp van ordonnantie
In dit ontwerp stelt de Brusselse Regering voor om enkele wijzigingen aan te brengen in de huisvestingscode. Dat is de bundeling van regels die van toepassing zijn op huisvesting in het Brussels Gewest. De Regering stelt in dit ontwerp van ordonnantie vier wijzigingen voor:
1. De aankoop van privéwoningen faciliteren om er sociale woningen van te maken.
2. Renovaties makkelijker maken door leningen toe te kennen aan eigenaars via het Woningfonds.
3. De Gewestelijke Grondalliantie versterken door Community Land Trust beter te omkaderen.
4. Een stijging van het aantal mensen dat kan huren aan een sociaal huurtarief via de socialisering van de publieke woningen.
We bekijken even met een kritische blik hoe deze vier wijzigingen de Brusselse burgers ondersteunen vanuit de doelstellingen die werden bepaald in de burgerresolutie huisvesting.
De vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee in het Brussels Parlement, Pepijn Kennis, stelt dat deze ordonnantie tegemoet komt aan de verwachtingen van de Burgerassemblee inzake de verbreding van het juridisch arsenaal om het recht op huisvesting voor iedereen te verzekeren, hoewel er ook gemiste kansen zijn.
De BGHM: socialer, maar nog niet sociaal genoeg
Het eerste hoofdstuk gaat over de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappijen
(BGHM). Zij staan in voor het beheer van sociale woningen binnen het Brusselse Gewest. Ze wijzen woningen toe, berekenen de huurprijzen en ondersteunen de sociale huisvestingsmaatschappijen.
Dit hoofdstuk pleit voor een vereenvoudiging van de procedures die de BGHM dient te volgen. Dankzij deze wijziging kan de BGHM nu gemakkelijker woningen aankopen op de privémarkt, wat voor meer sociale woningen zal zorgen.
Agora’s parlementslid merkt op dat het ontwerp de aankoop van onroerend goed op de particuliere markt zal vergemakkelijken. We kunnen ons wel afvragen of het interessant is om privé promotoren op deze manier te financieren, want de sociale huisvestingsmaatschappijen zouden ook zelf woningen kunnen bouwen. We zijn uiteraard wel tevreden met de nieuwe sociale woningen. Ze komt tegemoet aan de doelstelling van de burgerresolutie Huisvesting die stelt dat ‘het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een specifieke rol moet spelen’ om het recht op huisvesting te garanderen.
Het Woningfonds: vergeet de huurprijs niet!
Het tweede hoofdstuk over het Woningfonds buigt zich over het versnellen van het renovatieproces van gebouwen. Het instellen van een lening zou het voor kandidaat-renoveerders gemakkelijker maken om financiële steun aan te vragen bij de renovatie van hun eigendom.
Volgens Agora bieden deze ‘groene leningen’ inderdaad de mogelijkheid aan eigenaars van verhuurhuizen om hun renovaties uit te voeren. Hoewel dit een goede zaak is stellen we dat het ook belangrijk is om dit te koppelen aan de huurprijs.
De Brusselse Burgerassemblee vraagt immers dat het belangrijk is om via renovaties de minimumeisen qua bewoonbaarheid en energieprestatie te halen, maar ook dat de woningen kwalitatief en betaalbaar moeten blijven. Eigenaars die zich inzetten om duurzame en betaalbare huurprijzen te garanderen zouden meer toegang moeten krijgen tot deze financiële steun.
Om te verzekeren dat de woningen ook op lange termijn betaalbaar blijven kan de Community Land Trust (CLT) formule een middel zijn voor de stedelijke ontwikkeling van het Brusselse Gewest. Deze formule stelt een scheiding van de grondprijs en de prijs van het gebouw zelf voor. Het zal ervoor zorgen dat de woningen ook op lange termijn betaalbaar blijven.
Betaalbaar wonen! Enkel voor sociale woningen?
Verder behandelt het derde hoofdstuk van dit ontwerp de Gewestelijke Grondallianties. Hierbij wil de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het bestaande CLT-mechanisme bevorderen. Dit is in overeenstemming zijn met doelstellingen uit de burgerresolutie, namelijk om speculatie tegen te gaan en betaalbare woningen te voorzien. Die doelstelling streeft een breder juridisch arsenaal na voor het recht op wonen.
Momenteel wordt dit echter enkel binnen sociale woningen aangeboden. We vragen ons af of hetzelfde principe niet kan worden toegepast op niet-sociale projecten om zo de prijzen van woningen doorheen heel Brussel te verlagen.
Klaar met wachten?
Tot slot gaat het vierde hoofdstuk over socialisering van de publieke woningen . Het Brussels Gewest zal daarbij het verschil in huurprijs tussen een sociale woning en een publieke woning financieren om zo de wachtlijst voor sociale woningen te verkleinen. Zo kunnen er meer mensen huren aan een sociaal huurtarief.
Dit voorstel sluit aan bij de burgerresolutie huisvesting. Die pleit immers een meer specifieke rol voor het Brusselse Gewest om het recht op wonen te garanderen. Deze rol neemt het Gewest hiermee op en het zal ervoor zorgen dat de prijzen voor dergelijke woningen betaalbaarder, geharmoniseerd en rechtvaardiger worden.
Hoewel het ontwerp van ordonnantie niet perfect is, ondersteunt het wel vooropgestelde doelstellingen van de burgerresolutie huisvesting. Agora Brussels stemt dus voor de aanname van dit ontwerp.
Comments