top of page

Een gepaste job voor elke Brusselaar, dat is de droom!

Pepijn Kennis is als parlementslid voor Agora Brussels de vertegenwoordiger van de Brusselse Burgerassemblee (BBA). Hij buigt zich over de voorstellen en doelstellingen die de BBA formuleerde over werkgelegenheid en tewerkstelling en geeft op die manier burgers een stem in het Brussels Parlement. Via parlementaire vragen kan Pepijn ministers en hun beslissingen kritisch controleren. De vragen en antwoorden dienen om na te gaan of de eisen van de Brusselse Burgerassemblee voldoende gehoor krijgen bij de regering. Door Brusselaars via de Assemblee actief te betrekken bij politieke beslissingen, tonen we dat een democratie ook inclusief, deliberatief en participatief kan zijn!

De BBA over werk en tewerkstelling stelde zich de vraag hoe we Brusselaars aan een gepaste job helpen. In de naam van de Burgerassemblee stelde Pepijn 3 parlementaire vragen aan Minister Bernard Clerfayt over gepast werk:

1) Meer belang hechten aan competenties in plaats van diploma’s

2) Organisaties steunen die zelf werkzoekenden ondersteunen

3) Taaldiscriminatie op de Brusselse arbeidsmarkt


Competenties zijn belangrijker dan diploma’s

Competenties of ervaring maken een werknemer waardevol, dat is een feit. Er wordt vandaag echter nog te veel waarde gehecht aan diploma’s bij aanwervingen op de Brusselse arbeidsmarkt. Competenties kunnen op minder waardering rekenen, terwijl ze minstens even belangrijk zijn. Soms zelfs belangrijker. Er zijn veel werkzoekenden die over de juiste competenties beschikken maar niet over het juiste diploma. Daarnaast is er een grote groep van burgers die een diploma heeft, maar het niet kunnen gebruiken. Buitenlandse diploma’s worden immers nog te weinig erkend. Veel werkzoekenden hebben voldoende ervaring en competenties, maar zonder een Belgisch diploma verdwijnen die eerder op de achtergrond. Buitenlandse diploma’s herkennen kan daarbij een deel van de oplossing zijn, maar dat gaat niet ver genoeg volgens de BBA. Een aanwervingsproces moet immers een persoon in haar totaliteit beoordelen, inclusief haar competenties en ervaring.

Concreet moeten ervaring en competenties evenveel waarde krijgen als diploma’s. De BBA stelt voor om Actiris in te schakelen als een hulpmiddel om competenties en ervaring zichtbaarder te maken voor werkgevers. Zo kan Actiris niet alleen de diploma’s in de kijker zetten maar ook andere relevante vaardigheden.

Minister Clerfayt liet Pepijn weten dat ook hij de focus wil leggen op competenties. Actiris spoort werkzoekenden aan om hun competenties voldoende te beschrijven. Daarna kan Actiris personen doorverwijzen naar de dienst voor het valideren van vaardigheden van Bruxelles Formation. Werkzoekenden kunnen om begeleiding vragen om de proef voor te bereiden. Via de proef wordt dan beslist welke competenties er toegevoegd kunnen worden aan hun Actiris dossier.

Er wordt daarnaast gebruik gemaakt van automatische ‘matching’. Dit wil zeggen dat werkgevers de gewilde competenties op een lijst zetten. Die lijst kan dan automatisch gekoppeld worden aan een lijst van potentiële kandidaten. Dat gaat verder dan enkel diploma’s, ook de competenties zijn een factor. Toch zien we vaak dat werkgevers vooral focussen op een diploma en nog te weinig op competenties.

Bijna 2000 mensen kregen het voorstel om hun vaardigheden te laten valideren door Bruxelles Formation. Slechts 750 werkzoekenden gingen in op dat aanbod. Dat lijkt ons weinig. Agora zal meer cijfers vragen om te achterhalen hoeveel mensen er precies worden doorverwezen naar Bruxelles Formation. Om gericht verder te gaan moeten we immers een beeld krijgen over hoeveel mensen via deze dienst hun vaardigheden kunnen valideren.


Discussie in de commissie



Organisaties steunen, die zelf anderen ondersteunen

De burgers van de Brusselse Burgerassemblee vragen meer steun voor het oprichten van organisaties zoals “Duo for a job” en “Cosearching”. Dit soort non-profit of publieke organisaties brengen werkzoekenden in contact met medeburgers die meer professionele ervaring hebben. Als meter of peter steunen en coachen ze werkzoekenden in hun zoektocht naar een vervullende job, een soort van mentor dus. Concreet wil de Brusselse Burgerassemblee meer weten over de huidige stand van zaken over dergelijke projecten.

Actiris werkt samen met ongeveer 200 partnerorganisaties. De grote structuur van Actiris maakt dat ze moet steunen op een uitgebreid netwerk dat flexibeler kan werken dan de overheidsdiensten zelf. De partners van dit netwerk kunnen financiering aanvragen. Ze worden opgeroepen om projecten in te dienen. Een onafhankelijke jury zal dan beslissen hoeveel budgetten er vrijkomen voor een specifiek project. Zowel de organisatie “Duo for a job” en “Cosearching” genieten momenteel van die financiering.

Agora is blij om te horen dat de doelstellingen van de Brusselse Regering overeenkomen met die van de Burgerassemblee. Brusselaars aan een gepaste job helpen staat centraal. We moedigen de samenwerking tussen Actiris en haar netwerk aan. Agora wil echter benadrukken dat een mentorschap een creatieve oplossing kan zijn om werknemers meer zekerheid en stabiliteit te bieden. In 2019 werd er al budget uitgetrokken voor dit soort project via “Duo for a job”. Agora is dan ook erg benieuwd naar de schaal van dit project en de resultaten ervan.

Ten slotte hoopt Agora dat er een nieuwe oproep zal komen om projecten in te dienen voor begeleidingswerk. Er is in sommige sectoren immers nog steeds een tekort aan ondersteuning voor bepaalde doelgroepen.


Discussie in de commissie



Stop taaldiscriminatie!


Brussel is één van de meest taal-diverse steden ter wereld. Je kan er meer dan 115 thuistalen terugvinden! Helaas heeft niet iedereen in Brussel het privilege om verschillende talen vlot te leren spreken en schrijven. Veel werkzoekenden hebben een moedertaal die verschilt van het Nederlands of het Frans. Dat wil weliswaar niet zeggen dat ze de taal niet leerden. Toch wordt er vandaag tegen deze personen nog te vaak gediscrimineerd. Bij aanwervingen wordt er immers vaak gevraagd naar kandidaten die Frans of Nederlands als moedertaal hebben. Omdat één op drie Brusselaars van buitenlandse afkomst is krijgt deze groep vaak niet dezelfde kansen tijdens het aanwervingsproces. De BBA is van mening dat deze taalvereisten onterecht hoog zijn voor sommige beroepen.

Minister Clerfayt stond Agora te woord en erkent dat discriminatie op basis van taal inderdaad verboden is en dus niet toelaatbaar. Hij informeerde ons over enkele interessante initiatieven, die echter eerder de taalvaardigheid van werkzoekenden moet verhogen dan de discriminatie verminderen. Actiris voerde bijvoorbeeld verschillende maatregelen in om taaldiscriminatie op te sporen en te bestrijden, verder is er ook de ‘Actiris Inclusive’ dienst waar slachtoffers van taaldiscriminatie terecht kunnen met klachten. Jammer genoeg kreeg Unia geen mandaat om die slachtoffers ook op te vangen. Dit moet veranderen in de toekomst om zo optimale steun te voorzien. Er is immers momenteel geen meldpunt voor taaldiscriminatie.

Vandaag spreekt 17,3 % van de Brusselse werkzoekenden geen landstaal, dat is veel en daar moet wat aan gedaan worden. Minister Clerfayt investeerde daarom in een platform genaamd Brulingua. Dat zal alle Brusselaars de kans geven om online gratis taallessen te volgen. Die lessen Nederlands, Frans of Engels worden voorzien in 24 Europese talen en enkele andere.

De Brusselse Burgerassemblee wijst echter zowel op het taalaspect als op discriminatie op basis van taal. Daarom is het belangrijk om werkgevers streng te straffen wanneer ze discrimineren op basis van taal.



Discussie in de commissie




​​Verslag van de vergadering


bottom of page